Daar waar menig wielertoerist de racefiets in de winterperiode niet aanraakt zijn de wedstrijdrenners gedisciplineerd aan het trainen. Lange eenzame kilometers over het vlakke landschap.

Zo eenzaam dat enkel een buizerd zittend op een landhek je opmerkt. Wachtend op zijn prooi om te overleven in koude tijden. Overleven, dat is hét. Puur overleven!

Je bent dusdanig ingelijfd waar menig bankovervaller jaloers op kan zijn. Je ogen zijn door Je zonnebril onzichtbaar, je oren door de muts. Enkel je lippen en je neus laten zien dat je een levend, fietsend wezen bent. Met op je gezicht een dikke laag vaseline voor bescherming tegen de ijzige wind.

Elke zonnestraal die neerstrijkt wordt opgenomen om de kou te overwinnen. Dorstig neem je een teug uit de bidon. Enkel een paar druppen verlaten het tuitje. De bidon is net als een baksteen, zo bevroren. Trappen, daar gaat het om. En waarvoor?

Het voorjaar, dan moeten we er staan.